Stel niet uit tot morgen wat ge heden doen kunt. Meestal stel ik dingen uit omdat ik denk dat ik geen zin heb. Waarom ik dan geen zin heb? Of ik begrijp het niet wat er gedaan moet worden of ik vind het te omslachtig. In het geval van het brandende oliedruklampje is het beide.
We hebben afgesproken met onze Duitse vrienden (tja, je moet toch wat) Helga en herr Fritz die liever Michael genoemd wil worden, dat we om 10 uur zouden vertrekken. Dus als Karin om 9 uur nog een rondje met Iza gaat lopen kan ik op mijn gemak naar de motor kijken. Prima plan totdat om 5 over 9 Michael komt vertellen dat we om half 10 gaan omdat er in de loop van de dag veel wind wordt verwacht. In die 15 seconden dat hij deze mededeling doet lig ik meteen een half uur achter op schema. In 15 seconden van een mooie ochtend naar een stressdag. Want als een speer olie controleren (kajuitdeurtje weg, jerrycan weg, trap weg, luik weg, papiertje pakken, stokje eruit, afvegen, terugdoen, controleren en lijkt goed, nog een keer dan maar en nu zou het kunnen dat er nog wel iets bij kan), olie bijvullen (olie pakken, gereedschap pakken, zonder trap uit de boot klimmen, motorluik open, spullen die hieronder liggen opzij leggen, 2 houten plankjes eruit (wat altijd een hoop geklier is) olievuldop los (verkeerde gereedschap dus weer terug de boot in), olie proberen zonder trechtertje hierin te krijgen, hopen dat het genoeg is, plankjes terug, spullen terug, luik dicht, in de boot klimmen en de trap terug zetten, gereedschap opruimen, jerrycan terug, kajuitdeurtjes terug) en handjes wassen.
En doordat nu eindelijk de zon weer eens schijnt loop ik dus te zweten als een otter. Komen we bij het wegvaren ook nog niet zo zachtzinnig in aanraking met onze buurboot (waarvan de bemanning zich allen aan het douchen was) direct gevolgd door een ondiepte van 1,30 meter die ik mag omzeilen en dan hebben we (Karin en moi) dus de hele dag mot. Want allebei vinden we het de schuld van de ander.
En als klap op de vuurpijl dacht ik er goed aan te doen om de laatste 6 mijl met de genaker te gaan zeilen. We zouden 100 graden aan de wind lopen (is dus halve wind) en die wind was toch aan het wegzakken en dan ga je met onze nieuwe genaker toch wel wat harder.
Alsof dat hier belangrijk is!
Niet dus en zeker niet wanneer blijkt dat als de genaker zich volzuigt met wind deze ondertussen uit een andere hoek is gaan waaien, waardoor we hoog aan de wind varen, en ook nog toeneemt tot windkracht 5. Zo schuin hebben we nog nooit gelegen. En probeer dan dat ding maar weer eens naar beneden te halen.
Bevorderd in ieder geval niet de verstandhouding tussen Karin. Ik sta op het voordek mijn commando’s te schreeuwen (door de harde wind moet ik wel schreeuwen anders hoort ze het niet) en dat komt dan weer te agressief over.
En vlak voor de haven van Ebeltoft varen wij bijna de visnetten in en loopt de dieptemeter enthousiast terug van 3,5 meter naar 1,80 meter. Gelukkig niet verder want wij steken maar 1,70 meter diep.
Fijn hoor, zo een dagje zeilen!
We hebben afgesproken met onze Duitse vrienden (tja, je moet toch wat) Helga en herr Fritz die liever Michael genoemd wil worden, dat we om 10 uur zouden vertrekken. Dus als Karin om 9 uur nog een rondje met Iza gaat lopen kan ik op mijn gemak naar de motor kijken. Prima plan totdat om 5 over 9 Michael komt vertellen dat we om half 10 gaan omdat er in de loop van de dag veel wind wordt verwacht. In die 15 seconden dat hij deze mededeling doet lig ik meteen een half uur achter op schema. In 15 seconden van een mooie ochtend naar een stressdag. Want als een speer olie controleren (kajuitdeurtje weg, jerrycan weg, trap weg, luik weg, papiertje pakken, stokje eruit, afvegen, terugdoen, controleren en lijkt goed, nog een keer dan maar en nu zou het kunnen dat er nog wel iets bij kan), olie bijvullen (olie pakken, gereedschap pakken, zonder trap uit de boot klimmen, motorluik open, spullen die hieronder liggen opzij leggen, 2 houten plankjes eruit (wat altijd een hoop geklier is) olievuldop los (verkeerde gereedschap dus weer terug de boot in), olie proberen zonder trechtertje hierin te krijgen, hopen dat het genoeg is, plankjes terug, spullen terug, luik dicht, in de boot klimmen en de trap terug zetten, gereedschap opruimen, jerrycan terug, kajuitdeurtjes terug) en handjes wassen.
En doordat nu eindelijk de zon weer eens schijnt loop ik dus te zweten als een otter. Komen we bij het wegvaren ook nog niet zo zachtzinnig in aanraking met onze buurboot (waarvan de bemanning zich allen aan het douchen was) direct gevolgd door een ondiepte van 1,30 meter die ik mag omzeilen en dan hebben we (Karin en moi) dus de hele dag mot. Want allebei vinden we het de schuld van de ander.
En als klap op de vuurpijl dacht ik er goed aan te doen om de laatste 6 mijl met de genaker te gaan zeilen. We zouden 100 graden aan de wind lopen (is dus halve wind) en die wind was toch aan het wegzakken en dan ga je met onze nieuwe genaker toch wel wat harder.
Alsof dat hier belangrijk is!
Niet dus en zeker niet wanneer blijkt dat als de genaker zich volzuigt met wind deze ondertussen uit een andere hoek is gaan waaien, waardoor we hoog aan de wind varen, en ook nog toeneemt tot windkracht 5. Zo schuin hebben we nog nooit gelegen. En probeer dan dat ding maar weer eens naar beneden te halen.
Bevorderd in ieder geval niet de verstandhouding tussen Karin. Ik sta op het voordek mijn commando’s te schreeuwen (door de harde wind moet ik wel schreeuwen anders hoort ze het niet) en dat komt dan weer te agressief over.
En vlak voor de haven van Ebeltoft varen wij bijna de visnetten in en loopt de dieptemeter enthousiast terug van 3,5 meter naar 1,80 meter. Gelukkig niet verder want wij steken maar 1,70 meter diep.
Fijn hoor, zo een dagje zeilen!
2 opmerkingen:
Ach jongen toch. Wat een gedoe met die motor. En zo herkenbaar.... Een goede raad, Willem: zorg dat je niet hetzelfde gezeik als ik krijg met die motor. Kost je klauwen met geld, zeeën aan tijd en een nog spannender relatie dan je al hebt. Kortom: olie bijvullen, filters en pakkingen checken. Neem gelijk de impeller mee, want dat wil ook nog wel 'ns voor een hete motor zorgen (als die niet werkt dan). Voorkomen is beter dan genezen, een gewaarschuwd man telt voor twee enz. Bla, bla, bla. Je snapt het wel.
Nu dan in het Deense. Doen jullie Kopenhagen nog aan? En wanneer is de geplande triomfale terugkeer? Ik lees of hoor het wel. Geniet zolang het nog kan.
Ach ja, zo zie je maar weer dat je je vakantie niet moet laten leiden door anderen...
'Ache Herr Fritz.. We hadden toch om 10 uur afgesproken?
Ik moet nog wat dingen doen dus ik kan niet eerder vertrekken'
Dan maar wat meer wind.
En dan maar zonder genaker...
Sterkte. Je bent er bijna ;)
Een reactie posten